Acta est fabula: aan alles komt een einde
Zo ook aan mijn modecarrière. Het is mooi geweest, letterlijk.
Vanaf 2020 ben ik pensionado en richt ik me op andere passies, zoals portretschilderen, musea bezoeken, en lezen… heel veel lezen. Sinds mijn opleiding modevormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie heb ik 42 jaar onafgebroken en vol overgave meegedraaid in het modecircuit. Een inspirerende reis met tal van boeiende uitstapjes.
In 1978 vestigde ik mij als zelfstandig modeontwerper in Amsterdam, waar ik een vaste, trouwe clientèle opbouwde. Centraal in mijn ontwerpen stond altijd: elegantie. De fijne kneepjes van het vak leerde ik door mee te werken aan de collecties van Nederlandse couturiers als Max Heymans, Frank Govers en Frans Molenaar.
Ondertussen maakte ik kostuums voor het theater. Ik werkte voor de Nederlandse Opera Stichting, Joop van den Ende en Art Theatre Salomé. Interessante producties waarbij ik out-of-the-box moest denken. Hoe leuk was dat! Hetzelfde gold voor de stylingopdrachten voor tv-commercials van onder andere Sony en De Beers Diamonds.
Op modeacademies in Amsterdam en Rotterdam gaf ik 13 jaar les in dessinontwerpen en theatervormgeving. Zo deelde ik mijn kennis en ervaring met de ‘next generation’. Heel bijzonder om talent te herkennen en te stimuleren.
Daarnaast tekende ik patronen voor de confectiemerken Le Salon van Meta Struycken en Soap Studio van Frits Klaarenbeek. Na deze opdrachten wist ik het zeker: mijn hart lag bij couture, waar pasvorm, prachtige stoffen en aandacht hand in hand gaan.
In 2000 specialiseerde ik mij in exclusieve bruidscouture naar eigen ontwerp, vaak rijkelijk voorzien van handgemaakte borduursels. De gezellige passessies en persoonlijke gesprekken met de vrolijke bruiden staan mij nog helder voor de geest.
In 2006 kreeg ik de kans kleding in opdracht te maken voor koningin/prinses Beatrix. Dat mondde uit in een bijzondere, intensieve, 14 jaar durende samenwerking tussen twee eigenzinnige perfectionisten. Beiden beeldhouwer, de een in brons, de ander in stof. De lat lag altijd hoog, falen was geen optie. Loyaliteit en dienstbaarheid stonden voorop. Daarmee trad ik in de voetsporen van mijn Weense overgrootvader die kleermaker was aan het Oostenrijks-Hongaarse hof. Van hofcoupeur tot hofcoupeur!
Al met al zou ik geen ander vak hebben willen uitoefenen. Het gaf mij voldoening als klanten en opdrachtgevers mij waardeerden om wat ik deed en hoe ik dat deed: hun wensen en verwachtingen combineren met mijn creativiteit en vakmanschap.